Beesten

Je hebt beesten en beesten, maar ik wil het nu over de dierlijke variant hebben.

Paarden

Je hebt kleine beesten en grote beesten, natuurlijk. Ik was nog niet zo lang geleden een beetje bang voor grote beesten, zoals paarden.  Ja, achter schrikdraad was ik een hele meid, maar moest ik een stukje wandelen of zelfs maar stilstaan met een touw in mijn hand met aan het andere eind een paard dan kreeg ik de zenuwen. " Hij blijft toch wel gewoon stilstaan, he. " Waarom ik dat deed, vraag je je af?

Ik heb dochters die paardenmeisjes waren, een is dat nog steeds eigenlijk, en dan ging ik weleens kijken en voor ik het wist had ik een paard aan de hand. Maar sinds ik kennis gemaakt heb met het allerliefste paard van het noordelijk halfrond durf ik hem zelfs te aaien.

Honden

Van honden, behalve van onze eigen hond vroeger, moet ik niks hebben. Ja, even aaien, als hij een harige vacht heeft ten minste, want na het aaien van zo'n kortharige hond heb je de neiging om meteen aan je hand te ruiken. Dat wil je niet doen in het bijzijn van het baasje, dus loop je met die gore hand, waarvan je vermoedt dat hij stinkt naar hondenvacht, wat vaak ook zo is, en doe je alles maar even met links, terwijl je rechts bent, tot je je even uit de voeten kunt maken voor een zogenaamd toiletbezoek ( eerst handen wassen!)

Soms heb je van die irritante opdringerige honden die willen dat je blijft aaien en zo niet dan gaan ze met hun snuit in je kruis, dus aaien maar dan,  terwijl je liever hebt dat hij aan het einde van de kamer in zijn mand kruipt en daar de komende uren zo blijft liggen. Nou ja, Bobbi, het hondje wat sporadisch eens logeerde, was wel een schatje. Die hoefde niet geaaid te worden, bleef de hele avond op een plek liggen en liep netjes naast je als hij uitgelaten werd. 

Katten

Over katten kan ik kort zijn. Dat zijn beesten met van die stiekeme koppen die altijd in mijn tuin poepen en dan gluiperig wegsluipen alsof ze alleen maar even kwamen buurten. Ja, ja!

Insecten en ander klein gedierte

Nee, vandaag heb ik het over kleine beesten, beestjes, maar dan zonder dat  - tjes, want dan is het net of ze schattig zijn. Vliegen en wespen, welteverstaan. Vliegen in huis en wespen buiten het huis. Aan wespen heb ik een bloedhekel. En elke bioloog kan mij dan wel vertellen hoe nuttig ze voor onze samenleving zijn, maar wespen en ik voeren een zestigjarige oorlog.

Ik heb al veel nederlagen moeten ondergaan, zoals deze vakantie nog, toen er een wesp in mijn bil prikte. Ja, in mijn bil. Daar valt niks aan te lachen! Maar mijn wraak is zoet, mierzoet zoals een wesp het zelf ook graag heeft. Dus toen er een bezig wespenvolkje lekker in en uit de muur vloog heb ik nietsontziend met verdelger in de muurspleet gespoten. Zo, dat zal ze leren zich op mijn territorium te begeven. Een enkeling vloog hoestend en kuchend weg, maar de volhouders keerden weer terug. De spuitbus is leeg en ik voel me mevrouw Helderder ( zoek op ; Pluk van de Petteflet) maar ik zal de strijd niet opgeven.

 En zeker niet nu Max door zo'n ettertje geprikt is. Huilend kwam hij uit het struikgewas in de tuin. "Wat is er gebeurd, Max?' En nou denken jullie, daar kom je never nooit achter. Mis. Max:" Bzzzzz bzzzzz". door zijn traantjes heen. 

Een ander klein irritant volkje is net zo hardnekkig. Nog sneller dan konijnen planten ze zich voort. En waar ze ineens massaal vandaan komen is me een raadsel. Ik heb het over vliegen. Ons wapen in deze strijd is de vliegenmepper, een gewoon PETS!- meppertje, waar ze meestal niet van terug hebben, de sukkels met hun facetogen, haha!

 

Max kent het fenomeen "vliegenmeppen ook" doordat zijn papa die sport ook beoefent thuis. Alleen daar gaat het op een meer geavanceerdere manier dan bij opa en oma, dat snap je. En ook dat kent Max : "Bzzzz bzzzz au!" En dan niet omdat hij weer gestoken is , maar omdat hij moet oppassen wanneer zijn papa met de opgevoerde elektrische vliegenmepper in de weer gaat.