In de V tuin
Elk weekend komt de familie bijeen in het ouderlijk huis. Over het huis een andere keer, het blogje gaat nu even over de bijbehorende tuin. De "V " staat voor de straatnaam, dit terzijde.
De tuin loopt rondom het huis en biedt voor de kleinkinderen heel wat mogelijkheden. Voor de volwassenen zijn er eigenlijk twee plekken waar ze neerstrijken en zich alleen verplaatsen wanneer er voedsel gepresenteerd wordt; dus van loungebank naar eettafel. Maar voor de kleinkinderschare in de leeftijd van twee tot en met zeven jaar is het een ontdekje-plekje.
Speeltuin
In de tuin staat een zandbakje, er staat een schommelstelling (die is overigens van mij, ben zelf gek op schommelen) met drie soorten schommels, ( één voor babys, één voor iedereen, en een soort loungeschommel), er is stoepkrijt aanwezig, bellenblaas, op zomerse dagen een zwembadje, er zijn voetballen, jeu de boules, nou ja, en meer van die losse rommel, zoals fietsjes, stepjes en een tractortje.
Maar het mooiste is.... er kan door de tuin gelopen worden. En dan bedoel ik door het begroeide gedeelte, tussen de struiken over de aarde. Ideaal om verstoppertje te spelen met de enige echte zoeker, die altijd de klos is: opa. Je kan je er zo goed verstoppen dat we een keer een half uur lang naar Max hebben lopen zoeken. En geen kik geven op ons hulpgeroep natuurlijk.
De zandbak is een beetje uit de gratie geraakt, de reden waarom komt zo. Maar we laten hem nog staan voor onze jongste spruit Lily, zodat zij er ooit taartjes in kan bakken onder deskundig toezicht van grote nicht Tess.
Het rijdend materieel is eigenlijk ook aan vervanging toe, want kinderen groeien zo hard!
De schommels blijven leuk, tot op bejaarde leeftijd, kijk naar mijzelf.
Graven
Maar het toppunt van het leuke tuinwerk blijft: graven! En dan niet om plantjes te plaatsen, dat getrut, nee, echte grote diepe loopgraven. Gegraven met een spa of, nog gekker met behulp van een grondboor om door de wortels heen te kunnen komen. En lukt dat niet, dan is papa/oom Stephan wel bereid om de wortels door te klieven en de grond wat losser te maken, zodat er (mogelijk) tot aan het grondwater gegraven kan worden.
Om mijn tuin niet helemaal tot bouwterrein om te laten graven, heb ik wat plekken aangegeven waar ze naar hartenlust te keer kunnen gaan, zonder dat ik tijdens mijn "echte" tuinwerk niet opeens in een gat verdwijn.
En nu komt het.
Tess: "Oma, er liggen egelharen in de tuin!!" Egelhaar? "Egels hebben geen haar, jongens." "Maar het is echt egelhaar!! Kom kijken!!" Het klinkt alarmerend. Terwijl ik mijn schoenen aantrek om naar buiten te gaan om het egelhaar te bekijken, denk ik nog: zou het kattenhaar zijn? Een dode kat in mijn tuin? Ik haat die poepende beesten, maar ze hoeven mijn tuin niet als laatste rustplaats uit te kiezen als zijnde een karma op mijn kattenhaat.
Als ik buiten kom, staat Max klaar met een schep met het "egelhaar". Een restje stekels, opgegraven uit de diepe kuil achter in de tuin. Het egeltje waar Stan, Daan, Max en Tess een week eerder vertederd naar hebben staan kijken met behulp van een zaklamp is zeer waarschijnlijk tijdens zijn schuifeltocht in het diepe gat gevallen. Tussen de stekels kruipen er maden, ook boeiend om te zien voor kinderogen.
Gegraven mag er nog steeds worden, maar omdat egels geen borden kunnen lezen, heb ik naast het bord een flinke tegel op de kuil gelegd. Er liggen al genoeg lijken diep in de grond.( onze cavia's). Oh, jee , laat ik daar mijn mond maar over houden, want dat zou een leuk graafproject kunnen worden.