Het leven van een dreumes

Zo, heb ik even lekker geslapen.

Maar ik wil er nu uit, uit mijn slaapzak en uit mijn bed. Even jammeren, dan komt er wel iemand : wheh wheh wheh.... niks. Iets harder dan maar : WHEH WHEH!!! Hee, daar is mijn oma!  Ja, til me maar op, ik wil uit bed en uit mijn slaapzak. En vergeet mijn konijn niet, hoor. Oh, we gaan naar de kamer, prima. Wat zegt ze nou, wat ik op mijn boterham wil? Pindakaas, alsjeblieft pindakaas, geen stroop of smeerkaas. Kon ik het maar zeggen. Ik zal het wel laten zien, ik pak de pot wel even uit het kastje. Nee, gekke oma, die laat ik heus niet vallen , hoor. He, lekker zeg, ik lust er nog wel een, maar die knetterharde korsten voer je maar aan de eendjes, hoor. Ik heb niet eens al mijn tanden, dus aan die korsten begin ik niet. Melk? Ja, lekker, kom maar op.  Oh jee, wil mijn oma weer kroelen, haha, nou ik ook wel, hoor. Maar niet zo kietelen, hahaha.

Zwemmen!

Ik mag gaan zwemmen, want ik hoor het water al in het bad lopen. Ja, ik help wel mee, mijn sokken zoek ik zelf wel uit. Joepie! Lekker spetteren! Oma, doe maar mee. Oh, word je ook nat? En de vloer ook? En de luxaflex ook? Moet je opletten, nou gaan we echt lachen: "Bah!". Haha, oma schrikt zich een hoedje; ze tilt me meteen omhoog! Geintje, ik hoef niet te poepen, hoor. Kom, gaan we weer spetteren. Oh, shit, ik moet wel..... "bah...bah...". Voor ik het weet zit ik op het potje. Ja, nou hoef ik niet meer, of... toch?

Oma begint te klappen. Gaan we zingen? Ik klap wel mee. Wat is dat ding in mijn potje? Samen met oma brengen we het ding naar het kamertje waar ik niet mag spelen. Oma gooit hem in het water en zwaait ernaar. Ik zwaai maar mee. Hee, waar is ie nou gebleven?

Ja, een banaan lust ik wel. Dan krijg jij van mij een volle broek. Alsjeblieft, graag gedaan.

We gaan wandelen, leuk!

Ik mag zelf de buggy duwen. Wat een mooie steen! Wat doet de buurman nou? Een poes in de tuin. Wat een mooie bloempot. Zie ik nou een hond? Wow, een scooter, wat ging hij hard. Oh, ja, de buggy duwen. Even aan die auto voelen. Weer zo'n mooie steen. Even duwen. Nu moet je me dragen, oma. Nee, je moet me dragen. Je moet me dragen!! Okee, ik loop wel weer. Nog een steen. Hee, daar is de poes weer. Waar gaat die mevrouw op de fiets nou naartoe? Nog een steen, even proeven. Okee, dan niet.

Gaan we alweer eten? Ja , doe mij maar weer pindakaas, hoor. Wil je ook een hapje, oma? proef dan. Konijn mag ook proeven. lekker, he. Nee, de korsten niet, pffttt !!

Ja, zing dat liedje nog maar eens, over die maan, die ja. Waar is konijn? Wat? Slapen? Nee!! Nee! WHEH WHEH!! Nou, vooruit dan maar. ik ben best wel moe van dat lopen.....eigenlijk....

Zo, ik heb weer genoeg geslapen.

Hee, oma, ben je er nog steeds, wat gezellig. Ja!!! Ik wil wel mee naar opa! Oh jippie, we gaan op de fiets. Geef mij de fietssleutel maar. Die houd ik wel vast. Nee, die houd ik wel vast! Niet afpakken, nou vooruit dan maar, ik zal deze keer niet krijsen, maar ik wil wel het fietsstuur vasthouden, dan moet jij je handen weghalen. Kan je dan niet sturen? Okee, dan bel ik wel.

Rijden we weer langs de koeien? Hee, daar heb je die tractor met die grote wielen weer, woooooow! Zie je dat, oma? Woooow!   Jee, daar heb je opa! Die doet altijd van die gekke dingen, zoals het geluid van een olifant. Nou ja, dat moet het voorstellen. In het begin schrok ik me rot , maar nu weet ik dat het opa is, die ken ik nu wel. Ik mag altijd alles van hem, he. Ik mag nu zelfs achter het stuur zitten in zijn bus! WOW!! En hij kan trucjes met de garagedeur. Die laat hij vanzelf open en dichtgaan. En we gooien samen met stenen op het terras! Lachen, joh. Steeds harder. En we gaan rijden met de bolderkar. Steeds harder en ook over bobbels en door het gras. En ik mag soms iets lekkers proeven, maar nu niet, want daar is mijn mama alweer om me op te halen.

Zondag weer, he opa? Ja oma, dan kroel ik weer met je , hoor!